Winter

De kouw is gekomen, -hay hay hay- Kaal worden bomen, -hay hay hay- Donkere wolken, -hay hay hay- Nog even en de sneeuw valt uit de lucht. Bladeren vallen, -hay hay hay- Snel zal het winter zijn. Stormen en regen, kunnen we tegen, ooh wat een heerlijke tijd. De winter is weer in het land. We liggen niet meer op het strand. We trekken warme jassen aan, en schaatsen op de baan. De sneeuw die valt weer om ons heen. De kerstman is weer op de been. En kinderen spelen in de straten met hun slee-eee Haa ha ha ha ha ha ha ha haa K' Zit me te warmen, -hay hay hay- Bij jou in je armen, -hay hay hay- Dichtbij het haardvuur, -hay hay hay- Ooh wat kan dat toch gezellig zijn. Kaarsen die branden, -hay hay hay- En glazen gevult met wijn. Reikende handen, hechtere banden. Laat dit toch altijd zo zijn. De winter is weer in het land. We liggen niet meer op het strand. We trekken warme jassen aan, en schaatsen op de baan. De sneeuw die valt weer om ons heen. De kerstman is weer op de been. En kinderen spelen in de straten met hun slee-eee Haa ha ha ha ha ha ha ha haa Haa ha ha ha ha ha ha ha haa Haa ha ha ha ha ha ha ha haa Haa ha ha ha ha ha ha ha haa De winter is weer in het land. We liggen niet meer op het strand. We trekken warme jassen aan, en schaatsen op de baan. De sneeuw die valt weer om ons heen. De kerstman is weer op de been. En kinderen spelen in de straten met hun slee-eee Hey De sneeuw die valt weer om ons heen. De kerstman is weer op de been.