Die Kleine Merel

Op een dag liep ik alleen te wandelen in het bos 'T Was er stil, om me heen, maar plots klonk er een schot Ik keek voorzichtig in het rond, 'k dacht hier is iets niet pluis Een vogel lag daar zwaargewond, ik nam hem mee naar huis Refr.: Die kleine merel is mijn vriend Hij heeft mijn vriendschap echt verdiend We delen met elkaar de eenzaamheid Hij bleef bij mij vanaf die dag Dat hij toen zwaargewond daar lag Ik wil mijn lieve kleine vriendje nooit meer kwijt 'K Verzorgde toen het kleine dier, totdat het beter was Als hij vloog had ik plezier en plots begreep ik pas Mijn beloning van het dier, was dat het bleef bij mij En als hij op mijn schouder zat, zong hij een liedje blij Refr. Op een morgen was hij weg en ik dacht toen vol spijt Mijn kloeine vriend is terug naar 't bos, voorgoed ben ik hem kwijt Maar op een dag toen hoord eik toch zo'n bekend geluid De merel met zijn vroutje zaten samen voor mijn ruit Refr. Ik wil mijn lieve kleine vriendje nooit meer kwijt